1. De betekenis van 'James'
Mannelijke voornaam (Engels) James; bescherming van de HEERE kan, hiel houder; bedriegt hem, Hebreeuws (Oude Testament), Jahweh = (naam van God); AKEB = hiel; Akab = cheat te verplaatsen, wat betekent dat eigenlijk 'Hij (God) kunnen beschermen ', die reeds uitgelegd in het Oude Testament Folk etymologie als' hiel-houder 'en' hij bedriegt hij / ontheemd ', in het Oude Testament Jacob is een zoon van Isaac en de vader van 12 zonen, die de twaalf stammen van Israël, aan Jacob rechtvaardigen de hebben een geboorte-tweelingbroer Ezau's hiel, tot de eerstgeborene (vandaar de naam boven interpretaties) worden, in het Nieuwe Testament zijn de Jongere James en James de twee apostelen van Jezus. Bron: C. Pama uit: Die Groot Afrikaanse Familienaamboek.
HOWELL
Betekenis: Afgelei van de Walliese naam Hywel, d.w.s. die hoë, die voortreflike.
Stamvader: James Howell, van Londen (Engeland) Kom 6-8-1806 hier aan op die Sceptre uit Spithead. Hoofdklerk en proviandier, 1806-1801; later algemene handeaar. In 1815 het hy in Langmarktstraat, Kaapstad, 'n uitleenbibliotheek begin wat met verloop van tyd na verskillende ander plekke verhuis het. Trou 27-3-1808 in die N.G. Kerk, Kaapstad, met Marie Magedelena Eksteen (2 kinders) Die afstammelinge van sy seun Michiel Martinus Charles, getroud met Rykie de Waal, is Afrikaans sprekend. Die nakomelinge van ander Howells wat na Suid-Afrika geïmmigreer het, is meestal Engelssprekend.